Ze (15) kwam binnen en plofte neer;

“De man van de crisisdienst zei dat ik er maar gewoon mee moest stoppen, met het snijden….. Hij zei dat het ook wel zonde was, van zo’n leuke meid als ik…..”

En toen? Vroeg ik…

“Toen ben ik weer gegaan en nu sta ik nog ergens op een wachtlijst, maar dan moet er eerst nog wel gekeken worden, door middel van vragenlijsten, of ik suicidaal ben”.

Ze was niet suicidaal…..

Ze kon alleen de enorme golven aan emoties die haar bij tijd en wijlen overspoelden, niet handelen.

Ze kon zichzelf niet op een juiste manier reguleren. Hierdoor ging ze zichzelf snijden, eerst op haar benen, later op haar armen.

Haar moeder had het ontdekt maar toch kon ze het niet stoppen en hierdoor namen de schaamte en het schuldgevoel alleen nog maar toe.

We gingen samen kijken naar een tekening van een simpel poppetje, dat  symbool stond voor haar lichaam.

We keken naar wat er allemaal zat aan spanning in haar lichaam.

Het doel van onze gesprekken was niet om het snijden te laten stoppen, het doel was om te kijken naar wat er allemaal was. Ze werd er zelfs een beetje nieuwsgierig naar.

Ik vroeg haar te kijken….zonder oordeel.

Dat was wel lastig want die oordelen plopten wel op:

  • Ik ben niet goed genoeg
  • Wat dom ben ik, straks ziet iedereen die littekens
  • Ik wil denk ik gewoon aandacht
  • Anderen hebben het veel erger en die doen dit ook niet etc

Waar keken we allemaal naar?

We keken naar hoe de spanning zich opbouwde, we keken naar alle rode vlaggetjes die er zeker waren maar die ze niet wilde zien. We keken naar de drukte thuis, naar haar bijbaantje, haar sociale leven en naar de stress van school.

We keken ook naar hoe haar moeder op haar leunde toen ze jonger was, en hoe zwaar dat had gevoeld.

Anders kijken.

Ook keken we naar hoe ze anders kon gaan kijken naar dingen. Hoe ze haar zenuwstelsel kon kalmeren, niet door het kalm te “denken” maar juist door te gaan bewegen als ze merkte dat de spanning opliep.

Ze leerde herkennen welk stuk van haar zenuwstelsel geactiveerd was.

De keer erna kwam ze binnen en zei: “ik heb het maar 2 x gedaan maar veel minder lang en ook minder diep”.

Wat dan wel?

We zochten naar alternatieven: droodelen met een pen op haar lichaam, buiten gaan fietsen, harde muziek luisteren, op de trampoline, een vriendin bellen…

Heel soms heeft ze nog die neiging, een keer ging het “mis” maar ze kon toen bijna zonder schaamte en schuldgevoel kijken en zeggen: al die andere keren ging het wel goed en het gaat al zoveel beter…

Welkom bij Blijf